Maand: november 2018

Wat doet u met de pensioenvoorziening in de bv?

De mogelijkheid om binnen de eigen bv een pensioenvoorziening op te bouwen is in 2017 afgeschaft. Tot en met 2019 heeft u de mogelijkheid om de bestaande pensioenvoorziening in eigen beheer fiscaal vriendelijk af te kopen. Dat gebeurt door eerst de pensioenaanspraak op de balans van de bv belastingvrij te verlagen van de commerciële naar de fiscale waarde. Vervolgens moet loonbelasting worden berekend over de fiscale waarde minus een korting. Deze korting bedraagt 25% in 2018 en 19,5% in 2019. Overweegt u afkoop van de voorziening, dan verdient het de voorkeur om dat nog in 2018 te doen vanwege de hogere korting. De korting wordt berekend over de fiscale balanswaarde van de pensioenverplichting op 31 december 2015.

Ook als de pensioenaanspraak is omgezet in een oudedagsverplichting heeft u tot en met 2019 de mogelijkheid om deze af te kopen. De kortingsregeling geldt ook bij afkoop van een oudedagsverplichting. Bij afkoop van de pensioenvoorziening in eigen beheer of van de oudedagsverplichting hoeft geen revisierente betaald te worden.

Bron: Overig | publicatie | 15-11-2018

Vermogensoverheveling naar de (klein)kinderen

Na uw overlijden gaat uw vermogen naar uw erfgenamen. Uw erfgenamen moeten over hun aandeel in de nalatenschap erfbelasting betalen. Heeft u geen testament, dan geldt het wettelijk erfrecht. Dat komt er in veel gevallen op neer dat de echtgenoot en de kinderen voor gelijke delen erven, waarbij het vruchtgebruik van de kindsdelen naar de echtgenoot gaat. De kinderen krijgen een vordering op de echtgenoot. Voor de echtgenoot geldt een hoge vrijstelling. De vrijstelling voor de kinderen is echter beperkt.

Testament?
De wettelijke regeling kan goed uitpakken, maar een goed testament kan helpen om bij overlijden belasting te besparen. Soms wordt gekozen voor het verschuiven van erfbelasting in plaats van besparen van erfbelasting. Een mogelijke reden hiervoor is dat het geld vastzit, bijvoorbeeld in een huis of in beleggingen. Het kan fiscaal gunstig zijn om ook de kleinkinderen te laten erven, bijvoorbeeld door voor hun legaten op te nemen in het testament. Een kleinkind kan van zijn grootouders een bedrag van € 20.371 belastingvrij erven. Wanneer u een testament heeft, is het goed om te laten controleren of uw testament nog actueel is en passend bij uw huidige situatie en bij uw wensen. Heeft u geen testament, overweeg dan om een testament op te laten stellen.

Gebruik de schenkingsvrijstellingen
Door tijdens uw leven (een deel van) uw vermogen over te dragen aan uw kinderen kan de heffing van erfbelasting worden beperkt. Door schenkingen te spreiden in de tijd kunt u optimaal gebruik maken van de bestaande vrijstellingen. Schenkingen aan uw kinderen zijn vrij van schenkbelasting tot € 5.363 per kind. Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar geldt eenmalig een verhoogde vrijstelling van € 25.731. De verhoogde vrijstelling kan verder worden verhoogd tot € 53.602 als de schenking betrekking heeft op een dure studie van het kind. Heeft uw kind voor 1 januari 2010 gebruik gemaakt van de verhoogde vrijstelling, dan is een aanvullende schenking voor studie of woning vrijgesteld tot maximaal € 27.871. Schenkingen aan kleinkinderen of aan anderen zijn vrijgesteld tot een bedrag van € 2.147.

Vrijstelling schenking eigen woning
Doet u een schenking die verband houdt met de financiering van een eigen woning van de verkrijger, dan geldt een zeer ruime vrijstelling van € 100.800. Voor het benutten van deze vrijstelling hoeft er geen familierelatie tussen schenker en verkrijger te zijn. De verkrijger moet tussen 18 en 40 jaar oud zijn. Het bedrag van € 100.800 wordt verminderd met eerder toegepaste verhoogde vrijstellingen, voor zover het gaat om schenkingen van ouders aan kinderen voor de eigen woning of de studie. In bepaalde situaties is het mogelijk om een eerdere vrijgestelde schenking voor de eigen woning aan kinderen belastingvrij aan te vullen.

Bron: Overig | persbericht | 15-11-2018

Beperk de belastingheffing in box 3

Het vermogen van een natuurlijke persoon, dat niet in box 1 of in box 2 valt, valt in box 3. In box 1 valt het ondernemingsvermogen en de eigen woning, in box 2 vallen aandelen die een aanmerkelijk belang vormen. Schulden komen in mindering op het vermogen in box 3. Dat geldt echter niet voor belastingschulden. Alleen erfbelastingschulden kunnen als schuld in box 3 worden opgevoerd.

U kunt de belastingheffing in box 3 beperken door uw belastingschulden voor de jaarwisseling te betalen. Als u verwacht dat u belasting moet (bij)betalen, is het raadzaam om de Belastingdienst te vragen om een voorlopige aanslag of om een aangifte in te dienen en de aanslag voor de peildatum te betalen. Heeft u het verzoek uiterlijk acht weken voor het einde van het jaar gedaan, maar heeft de Belastingdienst nog niet of te laat gereageerd op het verzoek, dan mag u het nog niet betaalde bedrag wel als schuld in box 3 aanmerken.

Maak gebruik van de vrijstellingen
Er bestaan diverse vrijstellingen in box 3, bijvoorbeeld voor voorwerpen van kunst en wetenschap en voor groene beleggingen. Het kan aantrekkelijk zijn om belast vermogen (tijdelijk) om te zetten in vrijgesteld vermogen. Belegt u groen, dan bespaart u niet alleen belasting in box 3, maar profiteert u ook van een extra heffingskorting in box 1 van 0,7% van de waarde van de vrijgestelde beleggingen. Voor groene beleggingen geldt een vrijstelling van maximaal €  57.845 (€ 115.690 voor fiscale partners).

Bron: Overig | publicatie | 15-11-2018

Controleer uw hypotheek(rente)

Gezien de lage rente, die u krijgt op uw spaartegoed, kan het aantrekkelijk zijn om (extra) af te lossen op uw hypotheekschulden. Hoewel de hypotheekrente nog steeds heel laag is, ligt deze toch hoger dan de spaarrente. Boetevrije aflossing is vaak mogelijk tot 10 of zelfs 20% van de oorspronkelijke hoofdsom. Aflossing met spaargeld verlaagt bovendien het vermogen in box 3, waardoor u mogelijk minder belasting betaalt.

Heeft u de rente in het verleden voor langere tijd vastgezet op een hoger niveau dan de huidige rente? Informeer bij uw bank naar de mogelijkheid van rentemiddeling of vraag eens wat het u kost aan boeterente om het contract open te breken en de rente op een lager niveau vast te zetten. Omdat er altijd een deel extra mag worden afgelost, kan dit voordelig zijn. De boeterente die u bij vervroegde aflossing moet betalen is aftrekbaar.

Oriënteer u eens bij andere geldverstrekkers dan uw huisbankier. Ondanks de kosten van een nieuwe hypotheek kan het voordeliger zijn om over te stappen. Denk eens aan uw eigen bv als geldverstrekker voor uw hypotheek.

Betaal hypotheekrente vooruit
Verwacht u in 2019 een veel lager inkomen in box 1 dan in 2018? Dan kan het aantrekkelijk zijn om de hypotheekrente van het eerste halfjaar van 2019 vooruit te betalen en in 2018 tegen een hoger belastingtarief in aftrek te brengen.

Bron: Overig | publicatie | 15-11-2018

Vergeet niet om WBSO aan te vragen

Voor speur- & ontwikkelingswerk (S&O) dat wordt uitgevoerd door uw personeel heeft u recht op een afdrachtvermindering van de loonheffingen. De WBSO bedraagt in 2019 32% van het loon tot een loonbedrag van € 350.000 en 14% over het meerdere loon. Gaat u in 2019 S&O verrichten, vraag dan tijdig een S&O-verklaring aan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Uw aanvraag moet één kalendermaand voor de start van de werkzaamheden zijn ingediend. Per kalenderjaar mogen drie aanvragen worden ingediend.

Bron: Overig | publicatie | 15-11-2018

Leen geld uit aan uw kinderen voor hun eigen woning

Wanneer u (een deel van) de benodigde financiering voor de eigen woning aan uw kinderen verzorgt, kan dat voor beide partijen gunstig zijn. U ontvangt een hogere rente dan op een spaarrekening haalbaar is en uw kinderen betalen wellicht minder rente dan zij aan de bank zouden moeten betalen. De rente voor een lening voor de eigen woning is aftrekbaar als de lening in maximaal 30 jaar volledig wordt afgelost. Dat geldt ook voor leningen van andere geldverstrekkers dan banken, zoals een lening van de ouders. Een te hoge of te lage rente kan als een schenking voor de schenkbelasting worden aangemerkt.

De lening kan gecombineerd worden met een (jaarlijkse) schenking aan de kinderen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de jaarlijkse vrijstelling van € 5.363. De kinderen kunnen de schenking gebruiken om de rente of de aflossing te betalen.

Bron: Overig | publicatie | 15-11-2018

Denk aan de gebruikelijkloonregeling

De dga en zijn partner zijn wettelijk verplicht om voor hun werkzaamheden voor de bv ten minste een gebruikelijk loon te ontvangen. Dat houdt in dat zij het hoogste van de volgende bedragen aan salaris moeten ontvangen:

  1. 75% van het salaris uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
  2. het hoogste salaris van de overige werknemers van de bv;
  3. € 45.000.

De bv mag aannemelijk maken dat het salaris lager moet zijn. Er mag rekening worden gehouden met een afwijking ten opzichte van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking van 25%, zolang het loon daardoor niet lager wordt dan € 45.000. De regeling geldt voor iedere bv waarin u of uw partner een aanmerkelijk belang heeft en waarvoor u werkzaamheden verricht. De regeling hoeft echter niet te worden toegepast als de werkzaamheden zo beperkt zijn dat een gebruikelijke beloning niet hoger zou zijn dan € 5.000 bruto per jaar.

Bron: Overig | publicatie | 15-11-2018

Optimaliseer uw giftenaftrek

De giften, die u doet aan het algemeen nut beogende instellingen en aan steunstichtingen SBBI, zijn aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Het totaal van de giften moet de aftrekdrempel van 1% van het verzamelinkomen van u en uw fiscale partner samen overschrijden. De drempel bedraagt minimaal € 60. De totale aftrek bedraagt maximaal 10% van het gezamenlijke verzamelinkomen. Omdat de aftrekdrempel beperkend werkt kan het raadzaam zijn uw geplande giften voor twee jaar te bundelen en in één jaar te doen.

Als u van plan bent gedurende een reeks van jaren grotere giften te doen aan dezelfde instelling, is het voordeliger om dit te doen in de vorm van een periodieke uitkering. De aftrekdrempel geldt namelijk niet voor periodieke giften met een looptijd van ten minste vijf jaar. Wel moet er een schenkingsakte zijn opgemaakt.

Giften aan culturele instellingen
Doet u aftrekbare giften aan culturele instellingen, dan geldt een vermenigvuldigingsfactor. Daardoor valt de aftrekpost groter uit. De aftrekpost is gelijk aan de gift, vermenigvuldigd met 1,25.

Bron: Overig | publicatie | 15-11-2018

Proeflokaal Sijgje genomineerd voor beste restaurant/concept van Nederland

Proeflokaal Sijgje is een goede klant van Hoornwijck Groep en is genomineerd als beste restaurant/concept van Nederland. Dat is leuk, maar het is nog maar een nominatie!

Om het echt de beste te worden hebben zij jullie hulp keihard nodig! U kunt helpen Proeflokaal Sijgje het beste restaurant/concept van Nederland te laten worden door hier te stemmen.

Alvast bedankt voor het stemmen!

Bron: Fri, 09 Nov 2018 11:19:28 +0100

Ontslag op staande voet

Wanneer een arbeidsovereenkomst eindigt omdat de werkgever of de werknemer door opzet of schuld de wederpartij een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen, heeft de wederpartij recht op schadevergoeding. De kantonrechter kan de vergoeding matigen maar niet verder dan tot het loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij toepassing van de wettelijke opzegtermijn zou hebben voortgeduurd.

Nadat de Raad van Commissarissen van een woningbouwvereniging het vertrouwen in de directeur had opgezegd, werd met hem een vaststellingsovereenkomst gesloten. De arbeidsovereenkomst zou met wederzijds goedvinden worden beëindigd per 1 september 2018, waarbij de directeur recht zou hebben op de wettelijke transitievergoeding. In de vaststellingsovereenkomst was een voorbehoud gemaakt voor een mogelijke dringende reden voor ontslag op staande voet, die zich zou kunnen voordoen na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst. De Raad van Commissarissen had een onderzoek laten doen naar enkele handelingen van de directeur. De resultaten van het onderzoek waren aanleiding om de directeur op staande voet te ontslaan, ondanks de vaststellingsovereenkomst. De reden van het ontslag op staande was gelegen in de aanschaf van een te dure bedrijfsauto en een vastgoedtransactie tegen een te lage prijs. Die te lage prijs was verhuld door de koopsom deels te compenseren met valse facturen van de koper. Ook de aankoop van de te dure auto was verhuld, door naast de factuur voor een minder dure versie van de auto de leverancier een factuur op te laten maken voor het verschil in prijs tussen de geleverde, te dure versie en de gefactureerde versie.

De kantonrechter deelde de opvatting van de werkgever dat de directeur zijn werkgever had misleid. De gedragingen van de directeur in beide kwesties waren zo ernstig verwijtbaar dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven.

De werkgever vorderde schadevergoeding van de directeur ter grootte van twee maandsalarissen. De directeur had de arbeidsovereenkomst met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn van een maand kunnen beëindigen per 1 augustus 2018. Volgens de vaststellingsovereenkomst zou de arbeidsovereenkomst eindigen per 1 september 2018. De kantonrechter had de bevoegdheid om de verzochte vergoeding met maximaal één maandsalaris te matigen. Van die bevoegdheid heeft de kantonrechter geen gebruik gemaakt, omdat de directeur het verzoek tot matiging niet had onderbouwd.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBOVE20184120, 7155695 \ EJ VERZ 18-144 | 08-11-2018