Auteur: admin

Tweede Kamer heeft Belastingplan 2020 aangenomen

De Tweede kamer heeft de wetsvoorstellen, die samen het pakket Belastingplan 2020 vormen, aangenomen. Ook het wetsvoorstel implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking (ATAD2) en het wetsvoorstel implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies (DAC6) zijn aangenomen.

De Tweede Kamer heeft via amendementen enkele wijzigingen aangebracht. Zo wordt in de tonnageregeling het winstplafond voor niet-vervoerswerkzaamheden vervangen door een bruto-omzetplafond en wordt de heffingsvermindering in de verhuurderheffing uitgebreid naar meer regio’s dan alleen schaarstegebieden. Verder heeft de Tweede Kamer afgedwongen dat het Koninklijk Besluit dat de inwerkingtreding van de Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven regelt, vooraf zal worden voorgelegd aan de Tweede en de Eerste Kamer.

De Tweede Kamer heeft bij de behandeling van het Belastingplan 2020 ook een aantal moties aangenomen. Het gaat onder meer om de volgende moties:

  • Een motie waarin gevraagd wordt ervoor te zorgen dat de glastuinbouw een beroep kan doen op de SDE+-regeling voor de verduurzaming van kassen, voor de aanschaf van zonnepanelen en voor geothermie.
  • Een motie waarin gevraagd wordt onderzoek te doen naar de effecten van verstoringen in het globaal evenwicht binnen de inkomstenbelasting.
  • Een motie waarin gevraagd wordt onderzoek te doen naar modernisering van de reiskostenvergoeding.
  • Een motie waarin gevraagd wordt om een onafhankelijke toetsing van de budgettaire gevolgen van de omzetting van NEDC1 naar NEDC2 en van NEDC2 naar WLTP voor de bpm.
  • Een motie om bij de bouwstenen voor een nieuw belastingstelsel ook mogelijkheden voor hogere belastingen op vermogens boven € 1 miljoen te onderzoeken.
  • Een motie om de Algemene Rekenkamer op te dragen te onderzoeken welk rendement in box 3 in de jaren 2013 tot en met 2016 zonder te veel risico’s haalbaar was.
Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2019-0000191778 | 21-11-2019

Eigenwoningforfait 0,6% in 2020

De staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de indexering van het eigenwoningforfait per 1 januari 2020. De wettelijke indexering daarvan vindt plaats aan de hand van de ontwikkeling van het indexcijfer van de woninghuren (stijging van 2,58%) en de ontwikkeling van de woningwaarden (stijging van 8,6%). Het op basis daarvan berekende eigenwoningforfait wordt naar beneden afgerond op een veelvoud van 0,05%-punt. Deze indexering leidt voor 2020 niet tot een wijziging. Op grond van het Belastingplan 2019 wordt het eigenwoningforfait per 1 januari 2020 verlaagd met 0,05%-punt tot 0,6%.

In dezelfde brief heeft de staatssecretaris de hoogte van de arbeidskorting na indexering meegedeeld. De indexering van de arbeidskorting wordt niet alleen door de tabelcorrectiefactor bepaald, maar ook door de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon. Voor het jaar 2020 is het verloop van de arbeidskorting na indexatie en voorgestelde beleidsmatige wijzigingen als volgt.

 Arbeidsinkomen  Arbeidskorting  Maximaal
 Tot € 9.921  2,812% van arbeidsinkomen  € 279
 Van € 9.921 tot € 21.430  € 279 + 28,812% van het meerdere  € 3.595
 Van € 21.430 tot € 34.954  € 3.595 + 1,656% van het meerdere  € 3.819
 Van € 34.954 tot € 98.604  € 3.819 – 6,0% van het meerdere  –
 Vanaf € 98.604  nihil  
Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2019-0000191778 | 21-11-2019

Premiepercentages en maximum premieloon 2020

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft premiepercentages en het maximum premieloon voor het jaar 2020 vastgesteld.

Aow

17,90%

Anw

0,10%

Awf, laag

2,94%

Awf, hoog

7,94%

Ufo

0,68%

Aof, basispremie

6,77%

Opslag kinderopvang

0,50%

Maximum premieloon

€ 57.232

 

Bron: Ministerie van Sociale Zaken | besluit | Staatscourant 2019 nr. 62011 14 november 2019 | 21-11-2019

Vermogensplafond zorgtoeslag 2020 bekend

Het recht op zorgtoeslag is niet alleen inkomens- maar ook vermogensafhankelijk. Verzekerden met een vermogen dat hoger is dan het heffingvrije vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting plus € 84.416 hebben geen recht op zorgtoeslag. Met ingang van 1 januari 2020 wordt het bedrag van € 84.416 vervangen door € 85.767.

Bron: Overig | besluit | Staatscourant 2019 nr. 61842 14 november 2019 | 21-11-2019

Betaal hypotheekrente vooruit

Vooruitbetaalde hypotheekrente is aftrekbaar als deze betrekking heeft op de eerste zes maanden van het volgende jaar. Het kan aantrekkelijk zijn om hypotheekrente van het eerste halfjaar van 2020 nog in 2019 te betalen. De betaling verlaagt uw banktegoed en daarmee de belastingheffing in box 3. Daarnaast wordt het effect van de hypotheekrenteaftrek in 2020 verkleind door de verlaging van het hoogste tarief in de inkomstenbelasting. Ook als u in 2020 een lager inkomen verwacht is het voordelig om de hypotheekrente vooruit te betalen.

Aftrek geen of lage hypotheek
Als de betaalde hypotheekrente lager is dan het eigenwoningforfait heeft u recht op een aftrek. Deze aftrek voorkomt een bijtelling bij het inkomen voor huisbezitters die hun hypotheek (bijna) hebben afgelost. Met ingang van 1 januari 2019 vermindert de aftrek in een periode van 30 jaar.

Bron: Overig Thu, 14 Nov 2019 05:00:00 +0100

Vraag middeling aan

De middelingsregeling is bedoeld om mensen tegemoet te komen die een sterk wisselend inkomen in box 1 hebben. Daardoor kunt u het ene jaar wel en het andere jaar niet in het hoogste belastingtarief vallen met als gevolg dat u in totaal meer belasting hebt betaald dan bij een gelijkmatige verdeling van de inkomens over de jaren. Met de middelingsregeling kan een vermindering van belasting worden verkregen. De inkomens over drie opeenvolgende jaren worden gemiddeld waarna de belasting per jaar over het gemiddelde inkomen wordt berekend.

Het verschil tussen de aanvankelijk berekende belasting en de herrekende belasting, verminderd met een drempelbedrag van € 545, wordt op verzoek teruggegeven.

U moet een middelingsverzoek indienen binnen drie jaar nadat de laatste aanslag over de betrokken jaren definitief is geworden. Een kalenderjaar mag maar één keer in een middeling worden betrokken. De keuze voor een middelingstijdvak kan veel verschil maken voor de hoogte van het terug te ontvangen bedrag.

Bron: Overig | publicatie | 14-11-2019

Btw dubieuze debiteuren

Teruggaaf van btw die u aan dubieuze debiteuren heeft berekend gaat via de reguliere periodieke aangifte. Dat kan zodra duidelijk is dat de debiteur vermoedelijk niet meer zal betalen. Daarvan is in ieder geval sprake als de vervaldatum van de factuur een jaar verstreken is. In de eerste aangifte van 2020 kan de btw teruggevraagd worden van niet betaalde facturen van voor 2019. Mochten deze alsnog betaald worden, dan moet u de teruggevraagde btw afdragen.

Bron: Overig | publicatie | 14-11-2019

Belastinguitstel door herinvesteringsreserve

Verkoopt u een bedrijfsmiddel voor een hogere prijs dan het bedrag waarvoor het in de boeken staat, dan moet u over het verschil belasting betalen. Dat kunt u uitstellen door een herinvesteringsreserve te vormen. Voor de vorming en het bestaan van deze reserve is een voornemen tot herinvestering vereist. U moet dat voornemen wel kunnen bewijzen, bijvoorbeeld aan de hand van bestuursbesluiten.

Let op! Leg uw herinvesteringsvoornemen nog voor de jaarwisseling vast.

De reserve gebruikt u in beginsel als eerste afschrijving op de kostprijs van investeringen in andere bedrijfsmiddelen. Uiterlijk aan het einde van het derde jaar na het jaar van de verkoop moet u de reserve hebben benut. Doet u dat niet, dan moet u alsnog ineens belasting over de (resterende) reserve betalen. Een in 2016 gevormde reserve valt dus aan het einde van 2019 vrij. U kunt de vrijval, en dus de belastingheffing ineens, voorkomen door voor het einde van het jaar tot herinvestering over te gaan.

Bron: Overig | publicatie | 14-11-2019

Controleer uw hypotheek(rente)

Gezien de lage rente die u krijgt op uw spaartegoed kan het aantrekkelijk zijn om (extra) af te lossen op uw hypotheekschulden. Hoewel de hypotheekrente heel laag is, ligt deze toch hoger dan de spaarrente. Boetevrije aflossing is vaak mogelijk tot 10 of zelfs 20% van de oorspronkelijke hoofdsom. Aflossing met spaargeld verlaagt bovendien het vermogen in box 3, waardoor u mogelijk minder belasting betaalt.

Heeft u de rente in het verleden voor langere tijd vastgezet op een hoger niveau dan de huidige rente? Informeer bij uw bank naar de mogelijkheid van rentemiddeling of vraag wat het u kost aan boeterente om het contract open te breken en de rente op een lager niveau vast te zetten. Omdat er altijd een deel extra mag worden afgelost, kan dit voordelig zijn. De boeterente die u bij vervroegde aflossing moet betalen is aftrekbaar.

Ondanks de kosten van een nieuwe hypotheek kan het voordeliger zijn om over te stappen. Oriënteer u ook bij andere geldverstrekkers dan uw huisbankier. Denk in dat kader aan uw eigen bv als geldverstrekker voor uw hypotheek.

Bron: Overig | publicatie | 14-11-2019

Heeft u een pensioentekort?

Als u een pensioentekort heeft, zijn de premies die u betaalt voor een lijfrenteverzekering en/of banksparen aftrekbaar. De aftrekbare premie of inleg bedraagt in 2019 maximaal 13,3% van de premiegrondslag. De aftrekbare premie bedraagt maximaal € 12.678.

Om de aftrekruimte dit jaar te benutten moet u de premie uiterlijk op 31 december betaald hebben. Voor de berekening van een pensioentekort moet u uitgaan van de pensioenaangroei en het inkomen van vorig jaar. U heeft vermoedelijk een pensioentekort wanneer u nu niet over uw gehele inkomen pensioen opbouwt. Heeft u een pensioentekort en de afgelopen zeven jaar de jaarlijkse aftrekruimte niet benut, dan heeft u recht op een extra aftrek van 17% van de premiegrondslag met een maximum van € 7.254.

Bron: Overig | publicatie | 14-11-2019