Informanagement 2021

Category Archives — Informanagement 2021

Subsidiebedragen nieuwe elektrische auto’s worden lager

Het kabinet heeft besloten extra geld vrij te maken voor de (fiscale) stimulering van elektrische personenauto’s. De focus van de stimulering verschuift van de zakelijke naar de particuliere markt.

Voor de zakelijke markt geldt dat de verlaagde bijtelling niet extra wordt verhoogd. Wel wordt het plafond in de verlaagde bijtelling eerder verlaagd dan in het Klimaatakkoord was voorzien. Om de overstap van particulieren naar een elektrische personenauto te stimuleren wordt het beschikbare budget naar voren gehaald. De komende drie jaar komt er € 90 miljoen voor particulieren bij. € 80 miljoen is bestemd voor de subsidiëring van nieuwe en € 10 miljoen voor de subsidiëring van gebruikte elektrische personenauto’s. De subsidiebedragen voor nieuwe auto’s dalen wel sneller dan eerder aangegeven. De stimulering van nieuwe elektrische auto’s stopt per 1 januari 2025 in plaats van per 1 januari 2026.

 

  2022

  2023

  2024

  2025

Oude bedragen

 € 3.700

 € 3.350

 € 2.950

 € 2.550

Nieuwe bedragen

 € 3.350

 € 2.950

 € 2.550

  –

 

 

 

 

 

Het subsidiebudget voor emissieloze bedrijfsauto’s wordt met in totaal € 28 miljoen verhoogd om mkb’ers, die de komende jaren een keuze maken voor een nieuwe bedrijfsauto in die richting te stimuleren.

Bron: Overig | publicatie | IENW/BSK-2021/253528 | 21-09-2021

Afspraken thuiswerken grensarbeiders verlengd

De afspraken met België over de fiscale behandeling van grensarbeiders, die door de coronacrisis thuiswerken, zijn verlengd tot en met 31 december 2021. Ook de afspraken over thuiswerkende grensarbeiders met Duitsland zijn verlengd tot en met 31 december 2021. De tijdelijke vrijstelling van enkele Duitse socialezekerheidsuitkeringen, die in Nederland wonende grensarbeiders ontvangen, is eveneens verlengd tot en met 31 december 2021.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | Staatscourant 2021, Nr. 42272 en 42273 | 27-09-2021

Gelijkere behandeling vreemd en eigen vermogen

Vorig jaar op Prinsjesdag heeft de staatssecretaris van Financiën een onderzoek aangekondigd naar de wenselijkheid en vormgeving van een budgettair neutrale invoering van een vermogensaftrek in de vennootschapsbelasting. De uitkomst van dit onderzoek heeft de staatssecretaris bijna een jaar later naar de Tweede Kamer gestuurd.

De achtergrond voor het onderzoek is dat de vennootschapsbelasting eigen vermogen en vreemd vermogen ongelijk behandelt door de aftrekbaarheid van de rente, die wordt betaald over het vreemde vermogen. Dit verstoort de keuze van de financieringsbeslissing tussen eigen vermogen en vreemd vermogen en geeft de ondernemer een prikkel om relatief meer met schuld te financieren.

Een meer gelijke fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen kan worden bereikt door de invoering van een aftrek voor het aanhouden of creëren van eigen vermogen en door het beperken van de aftrekbaarheid van rente. In het onderzoek zijn beide mogelijkheden nader in kaart gebracht.

Om de fiscale prikkel voor financiering met vreemd vermogen te beperken is reeds een generieke renteaftrekbeperking ingevoerd, de earningsstrippingmaatregel van ATAD1. Een vermogensaftrek kan van toepassing zijn op het volledige eigen vermogen of op de toename van het eigen vermogen. Volgens de onderzoekers zijn een volledige vermogensaftrek en een cumulatieve vermogensaftrek over de toename van het eigen vermogen geen reële opties vanwege de budgettaire derving en het risico op misbruik. In dit onderzoek is daarom met name aandacht besteed aan een aftrek in de vorm van een enkelvoudige vermogensaftrek over de toename van het eigen vermogen. De budgettaire derving daarvan is beperkt.

Het eenzijdig invoeren van een vermogensaftrek in de vennootschapsbelasting leidt tot nieuwe mogelijkheden om belasting te ontwijken in internationale verhoudingen. Dat kan worden beperkt door het opnemen van antimisbruikmaatregelen, maar daardoor neemt de complexiteit van de regeling toe.

De meest voor de hand liggende mogelijkheid voor het verder beperken van de aftrekbaarheid van rente is het aanscherpen van de earningsstrippingmaatregel. Dit kan door het aftrekbare percentage van de Earnings before interest, taxation, depreciation and amortisation (EBITDA) dat nu 30% bedraagt of de drempel (nu € 1 miljoen) verder te verlagen. Hierbij wordt opgemerkt dat de maatregel aansluit bij het saldo van rentebaten en rentelasten, waarna dit saldo in aftrek wordt beperkt. Een belastingplichtige met rentebaten kan dus nog steeds de rentelasten aftrekken tot aan het bedrag van de ontvangen rentebaten. In de meest vergaande variant levert het aanscherpen van de earningsstrippingmaatregel een budgettaire opbrengst van € 4,5 miljard op. Hiermee zou het hoge tarief van de vennootschapsbelasting kunnen worden verlaagd tot circa 18%.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2021-0000165979 | 12-09-2021

Kwijtscheldingswinstvrijstelling

De voordelen, die een onderneming verkrijgt doordat schuldeisers niet voor verwezenlijking vatbare rechten jegens de onderneming prijsgeven, worden aangemerkt als kwijtscheldingswinst. De kwijtscheldingswinst is vrijgesteld van inkomsten- of vennootschapsbelasting voor zover deze hoger is dan het in het jaar van kwijtschelding geleden verlies uit onderneming en de nog te verrekenen verliezen uit oudere jaren.

Een bv in liquidatie genoot in 2016 een bedrag aan kwijtscheldingswinst doordat de bank afzag van een niet te innen vordering op de bv. Het voordeel van de bv bedroeg € 3.149.862. De bv had nog een bedrag van € 1.272.759 aan te verrekenen verliezen uit het verleden. De winst van het boekjaar bedroeg € 612.448. De vraag was of voor de berekening van de kwijtscheldingswinstvrijstelling de winst van het boekjaar eerst moest worden verminderd met de verrekenbare verliezen tot nihil. Dat zou tot gevolg hebben dat een groter deel van de kwijtscheldingswinst was vrijgesteld dan wanneer het totaal aan te verrekenen verliezen in mindering komt op de kwijtscheldingswinst. In de visie van de bv zou de vrijstelling van de kwijtscheldingswinst € 3.149.862 – (€ 1.272.759 – € 612.448) = € 2.489.551 bedragen. Volgens de Belastingdienst bedroeg de vrijgestelde kwijtscheldingswinst € 3.149.862 – € 1.272.759 = € 1.877.103.

Hof Arnhem-Leeuwarden is van oordeel dat doel en strekking van de vrijstelling is om kwijtscheldingswinst uitsluitend vrij te stellen voor zover deze niet kan worden verrekend met verliezen. Pas na toepassing van de kwijtscheldingswinstvrijstelling kan de belastbare winst worden berekend, waarop de verrekenbare verliezen in mindering komen.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLINLGHARL20218437, 20/00848 | 06-09-2021

Steunmaatregel nachtsluiting horeca

Aan de generieke steunregelingen in verband met de coronamaatregelen (NOW, TVL, Tozo, TONK en enkele fiscale maatregelen) komt per 1 oktober 2021 een einde. Voor enkele sectoren, waaronder nachtclubs en discotheken, gelden in ieder geval tot november nog beperkende maatregelen. In verband daarmee voert het kabinet de subsidie Vaste Lasten financiering COVID-19 wegens aanhoudende coronamaatregelen waaronder Nachtsluiting (VLN) in. Ook voor de evenementenbranche komt een tegemoetkoming voor evenementen die beperkt zijn tot 75% van hun capaciteit.

VLN

Voor het onderdeel van het staatsteunkader waar de VLN onder valt, geldt een maximum aan subsidie gedurende de periode van maart 2020 tot en met 31 december 2021 van € 1,8 miljoen. Op dit moment is nog niet duidelijk of subsidie voor omzetverlies in het vierde kwartaal van 2021 mag worden verleend in 2022. Naar verwachting wordt hierover in oktober meer bekend.

Om voor de VLN in aanmerking te komen geldt een omzetdervingsdrempel van 50% in het vierde kwartaal van 2021 ten opzichte van het vierde kwartaal van 2019. Daarnaast moeten bedrijven over het tweede en derde kwartaal van 2021 TVL hebben ontvangen. De regeling wordt daarmee meer gericht op bedrijven met langduriger omzetverlies, die geen reserves hebben kunnen opbouwen. Het vergoedingspercentage loopt met het omzetverlies op van 50 naar 85%. De VLN kent een maximaal subsidiebedrag van € 250.000 per aanvraag. Om het risico op misbruik en fraude tegen te gaan zullen verzwaarde controles worden ingezet bij steunbedragen boven een bedrag van € 20.000.

Bron: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | publicatie | CE-AEP / 21241056 | 23-09-2021

Contouren maatregel evenementen vierde kwartaal 2021

In juni 2021 is de garantieregeling voor evenementen (TRSEC) in werking getreden. De regeling geldt voor zakelijke, sport- en publieksevenementen. De regeling compenseert organisatoren voor gemaakte kosten. Deze regeling loopt door tot het einde van 2021. Aanvankelijk bestond de compensatie voor 80% uit een gift en voor 20% uit een lening. Met ingang van 9 juli is dit gewijzigd in een 100% gift voor evenementen, die zouden plaatsvinden tot 25 september maar door de overheidsmaatregelen niet door konden gaan. Deze verruiming moet nog door de Europese Commissie worden goedgekeurd.

Naast de garantieregeling is een aanvullende tegemoetkoming voor evenementen (ATE) toegezegd, met een budget van € 120 miljoen. De ATE is bedoeld voor evenementen die door de evenementenverboden niet konden doorgaan en niet voldeden aan de voorwaarden van de TRSEC. Dit betreft zowel grote, professioneel georganiseerde evenementen als kleinere, lokale evenementen. De ATE kent een minimumbedrag van € 2.500 voor gemaakte kosten. De ATE is nog niet uitgewerkt, maar wordt naar verwachting eind vierde kwartaal gepubliceerd na goedkeuring door de Europese Commissie.

Voor evenementen die door de nu nog geldende maatregelen niet op volledige capaciteit kunnen doorgaan biedt het kabinet een tegemoetkoming. De regeling is bedoeld voor activiteiten die binnen plaatsvinden en waarbij ten minste een deel van de bezoekers geen vaste zitplaats heeft. Voor de regeling gelden de volgende uitgangspunten:

  • De regeling geldt voor professionele organisatoren.
  • Het gaat om evenementen waar een culturele component centraal staat.
  • Zalen en evenementen met de vergunde capaciteit van ten minste 300 personen komen in aanmerking voor een tegemoetkoming.
  • De toegestane capaciteit vanaf 25 september van een zaal of evenement wordt berekend op 75% van de vergunde capaciteit.
  • Mocht een evenement meer dan 75% van de hierboven genoemde capaciteit hebben verkocht, dan kan de organisator een aanvraag voor een tegemoetkoming doen.
  • De tegemoetkoming bestaat uit het vergoeden van de niet-verkochte kaartjes tot 100% van de capaciteit.
  • De regeling wordt zo snel mogelijk gepubliceerd in de Staatscourant en geldt met terugwerkende kracht vanaf 25 september.
Bron: Overig | publicatie | 29525323 | 23-09-2021

Belde u ook altijd naar ons 070 nummer?

Sinds de migratie van onze telefooncentrale, is ons 070-3198080 nummer niet meer in gebruik.

Dit telefoonnummer is sinds een aantal jaar vervangen voor 088-3198080, dus alleen de 3 eerste nummers hoeft u te veranderen in uw telefoon!

Bron: Fri, 24 Sep 2021 10:23:13 +0100

Vrijstelling overdrachtsbelasting bij terugkoop woning met verkoopregulerend beding

Onder voorwaarden geldt met ingang van 2022 een vrijstelling van overdrachtsbelasting voor de verkrijging van een woning als gevolg van een terugkoop van een natuurlijk persoon ter uitvoering van een verkoopregulerend beding dat bij de eerdere verkrijging was opgelegd. Voor de Wet differentiatie overdrachtsbelasting was het verlaagde tarief van 2% van toepassing op de terugkoop, waarna op de doorverkoop veelal de doorverkoopfaciliteit kon worden toegepast. De vrijstelling moet voorkomen dat teruggekochte woningen niet aan starters worden doorverkocht. Het verkoopregulerend beding moet een zelfbewoningsplicht voor de koper omvatten. De waarde in het economisch verkeer van de woning mag ten tijde van de eerdere verkrijging niet hoger zijn dan de woningwaardegrens voor de startersvrijstelling ten tijde van de terugverkrijging.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 20-09-2021

Aanpassingen bpm

De CO2-uitstoot van een personenauto vormt de grondslag van de bpm. Voor conventionele auto’s en voor plug-in hybrides gelden aparte tarieven. Voor emissievrije auto’s geldt een bpm-vrijstelling tot en met 2024. Wanneer de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe personenauto’s daalt, dalen de belastinginkomsten. Om dit op te vangen worden de CO2-schijfgrenzen voor de jaren 2022 tot en met 2025 elk jaar met 2,3% verlaagd en de schijftarieven met 2,35% verhoogd. Dit geldt ook voor de CO2-grens en het tarief voor de dieseltoeslag. De belastingbedragen per gram/km CO2-uitstoot worden met ingang van 2023 eerst geïndexeerd en vervolgens verhoogd.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 20-09-2021

Verlaging tarief verhuurderheffing

Naar aanleiding van een motie van de Tweede Kamer heeft het kabinet besloten dat in de sociale sector in 2021 geen huurverhoging mag worden toegepast. Woningcorporaties en grotere particuliere verhuurders worden daarvoor enigermate gecompenseerd door een verlaging van het tarief van de verhuurderheffing. De totale verlaging van de verhuurderheffing bedraagt € 180 miljoen per 1 januari 2022. Het tarief gaat van 0,527 naar 0,485% van het belastbare bedrag.

In de wet is nu bepaald dat de bedragen van de heffingsverminderingen ieder kwartaal kunnen worden gewijzigd. Op grond van deze bepaling kunnen de bedragen op nihil worden gesteld als het gebruik van de heffingsverminderingen groter blijkt dan waar in de begroting rekening mee is gehouden. Voorgesteld wordt om de wijziging van bedragen, waaronder het op nihil stellen daarvan, per maand mogelijk te maken in plaats van per kwartaal. De kans op overschrijdingen van het budget wordt hierdoor verkleind. Een aanpassing van de bedragen van de heffingsvermindering moet meer dan een maand van tevoren worden aangekondigd in verband met de rechtszekerheid voor de aanvragers.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 20-09-2021